Nederland is een van de weinige landen waar men trouwt in gemeenschap van goederen. Hierdoor vallen in beginsel alle bezittingen en schulden in de gemeenschap. Dat geldt ook voor erfenissen en schenkingen die tijdens het huwelijk worden ontvangen. Dit is alleen anders wanneer in een testament of een akte van schenking een uitsluitingsclausule is opgenomen, waardoor deze bedragen privé blijven. Vaak zijn echtgenoten zich niet bewust van de consequenties van een uitsluitingsclausule. De erfenis wordt op de en/of-rekening gestort en uitgegeven aan een nieuwe keuken of een paar fijne vakanties. Wanneer het huwelijk stuk loopt kan zo’n uitsluitingsclausule voor een vervelende verrassing zorgen. Degene die de erfenis onder uitsluiting heeft ontvangen kan zich op het standpunt stellen dat het ontvangen bedrag nominaal moet worden vergoed. Soms wordt in een testament een uitsluitingsclausule opgenomen die zich ook uitstrekt over de “vruchten” van de nalatenschap. Als er bijvoorbeeld een beleggingspand wordt geërfd en de huur wordt gebruikt voor de uitgaven van het gezin, ziet de clausule met terugwerkende kracht op  (soms jarenlang) ontvangen huurpenningen.

Per 1 januari 2012 heeft de wetgever het nominale uitgangspunt losgelaten. Vergoeding geschiedt sindsdien naar evenredigheid. Is er sprake van een waardestijging dan wordt de vergoeding naar evenredigheid berekend. Dat geldt ook voor een waardedaling, behalve bij  “verbruiksgoederen” zoals een auto die automatisch in waarde dalen. Voor consumptieve bestedingen is het sinds de wetswijziging de vraag of er sprake is van een vergoedingsrecht. Wanneer de uitgaven kunnen worden beschouwd als kosten van huishouding, waarin beiden naar evenredigheid dienen bij te dragen, is er niet zonder meer sprake van een vergoedingsrecht. Voor de vraag of later met de ex-echtgenoot moet worden afgerekend over een erfenis kan het een groot verschil maken of de vergoedingsvordering voor of na de wetswijziging is ontstaan. Voorkomen is altijd beter dan genezen. Echtgenoten doen er goed aan om goede afspraken te maken over de besteding van bedragen die zijn verkregen onder uitsluitingsclausule.