Het is bij de meeste mensen wel bekend dat wanneer zij trouwen er automatisch sprake is van een gemeenschap van goederen. Het is minder goed bekend dat wanneer er wèl huwelijksvoorwaarden zijn opgesteld, er bij echtscheiding vaak toch moet worden afgerekend. Veel huwelijksvoorwaarden houden een verrekenbeding in, waarbij “overgespaard” inkomen dat niet werd uitgegeven, achteraf verrekend moet worden. Het uitgangspunt bij deze huwelijksvoorwaarden is dat echtelieden dit ieder jaar gaan uitrekenen. Als alles pais en vree is vinden veel mensen het vervelend om over dit soort zaken te spreken en gebeurt het dus niet, maar de consequentie is dat er aan het einde van de rit alsnog moet worden afgerekend. Ook wanneer er sprake is van een bv moet bijvoorbeeld worden afgerekend over opgepotte winsten of over beleggingen die zijn gefinancierd met overgespaard inkomen. Vaak heeft men zich dit tijdens het huwelijk niet gerealiseerd. Het is in mijn praktijk al vaak voorgekomen dat een ondernemer van zijn stoel viel van verbazing als ik hem wees op het risico van een flinke claim met betrekking tot de onderneming.

Zelfs wanneer er huwelijksvoorwaarden zijn opgesteld die een “koude uitsluiting” inhouden, kan het zo zijn dat er aanvullend bedragen vergoed moeten worden, al geldt dat alleen in uitzonderlijke gevallen.

Het achteraf vaststellen wat er met overgespaard inkomen dan wel privé-vermogen werd gefinancierd kan bijzonder gecompliceerd zijn en is voer voor juristen (en accountants). Wanneer er sprake is van een gemeenschap van goederen is dat doorgaans een stuk eenvoudiger: alle bezittingen en schulden vallen in de gemeenschap. Deze gemeenschap van goederen staat inmiddels op de helling. Er is een wetsvoorstel ingediend waarbij de gemeenschap van goederen wordt ingeperkt: privé-bezittingen en schulden van voor het huwelijk en tijdens het huwelijk ontvangen erfenissen blijven privé. Dit systeem sluit internationaal een stuk beter aan, maar de “afreken-problematiek” die nu kan voortvloeien uit huwelijksvoorwaarden zal op termijn eerder toe- dan afnemen. Het blijft natuurlijk mogelijk om zelf door middel van huwelijksvoorwaarden vast te leggen hoe men dit geregeld wil zien, ook als dat de huidige standaard-gemeenschap van goederen zou zijn (20 februari 2016).